artikelen

Hoe staat je relatie ervoor?

LANGBROEK | 21 december 2021

Als verliefdheid is uitgewerkt, begint het ‘gewone leven’. Alleen ben je dan niet meer alleen, maar samen. Iedere relatie kent mooie en minder mooie momenten. Een terugkerend moment van bezinning en samen kijken hoe jullie relatie ervoor staat, is helaas nog niet gebruikelijk. Liesbeth Bauer is relatietherapeut en ziet dat graag anders.

,,In mijn praktijk komen regelmatig koppels die eigenlijk al veel eerder aan de bel hadden kunnen trekken”, vertelt Liesbeth. ,,Dat is zonde, want het scheelt als je vroegtijdig met elkaar in gesprek komt.”

Liesbeth is voorstander van een regelmatige check-up voor je relatie. Net als de controle bij de tandarts of de APK voor de auto. ,,Na verloop van tijd komen de ‘huh-momenten’ in je relatie. Bewust of onbewust reageer je op dingen die je verbazen, irriteren of pijn doen. Soms gaat je partner over je grens heen, maar kun je het zelf nog niet plaatsen”, vertelt Liesbeth. Haar tip is om de tijd te nemen dit te onderzoeken en de ander te laten weten dat je geraakt bent. ,,Het kost moed om te voelen en om je gevoel onder woorden te brengen. Dit is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Praten met een onafhankelijk derde kan heel verhelderend zijn.” Liesbeth is niet partijdig.

DYNAMIEK ,,In relaties gaat het altijd om dynamiek. Je bent beide verantwoordelijk voor je eigen aandeel daarin.” Er zijn in een relatie vele momenten waarop de dynamiek verandert. Een kind krijgen is daar één van. ,,De rol van vader of moeder zijn is anders dan die van een partner”, vertelt Liesbeth. ,,Soms raken beide rollen in elkaar verstrengeld. Dit is een onderschat probleem. Op langere termijn kun je hierdoor uit elkaar groeien.”

De dynamiek wordt ook anders als je uit elkaar gaat. Een moment om stil te staan bij het feit dat je vanaf dat moment geen liefdespartners meer bent, maar je wel van elkaar kunt blijven houden. Je doet daarmee recht aan wat er was.”

Duurzaamheid van een relatie vraagt om inspanning volgens Liesbeth. Blijf jezelf afvragen wat je nodig hebt en wat jouw inbreng is in de relatie. ,,De afgelopen anderhalf jaar merk ik dat stellen teveel bij elkaar zijn. Een relatie heeft lucht nodig en als je allebei thuiswerkt bijvoorbeeld moet je extra je best doen om het leuk en spannend te houden. Hier zijn creatieve oplossingen voor te bedenken om ervoor te zorgen dat je jezelf, maar ook de ander wat ruimte geeft.”

Liesbeth Bauer

Mariska HofflandHoe staat je relatie ervoor?

Kinderen zijn loyaler dan ouders

FD | Map Oberndorff

Kinderen die het leven van hun ouders aangenamer willen maken. Die hun trouw blijven, wat er ook gebeurt. Die zelfs keer op keer een kaartje sturen, ook al krijgen ze het verscheurd terug. Familietherapeut Else-Marie van den Eerenbeemt komt ze allemaal in haar praktijk tegen. Vanwaar deze blinde loyaliteit? ‘Het is de meest fundamentele band die mensen kunnen hebben.’

Ook al wil je niets meer met je ouders te maken hebben, er blijft altijd een onderhuids verlangen borrelen.

‘De relatie tussen ouders en kinderen is uniek en onomkeerbaar. Je bent een kind van je ouders en dat blijf je de rest van je leven, hoe oud je ook wordt en wat er ook gebeurt. Het is de meest fundamentele band die mensen kunnen hebben, die zelfs bestand is tegen scheiding en de dood. Er zit ontzettend veel kracht in, maar ook kwetsbaarheid en pijn.’

‘Een huwelijk kun je ontbinden, een vriendschap laten verwateren, maar je moeder blijft altijd je moeder. Je kunt het contact wel verbreken, maar je blijft toch verbonden. Dat noem ik de paradox van de liefde. Ook al wil je niets meer met je ouders te maken hebben, er blijft altijd een onderhuids verlangen borrelen. Als je moeder of vader ziek wordt, kan dat verlangen weer de kop opsteken.’

‘Geen contact kan tijdelijk rust geven als de relatie met je ouders slecht is. Je staat dan even niet onder hoogspanning. Maar op den duur werkt dat niet. Dat zie ik bij mijn cliënten. Dan betalen je eigen kinderen de rekening. Zij moeten goedmaken wat jij bij je ouders hebt gemist, door lief te zijn en aandacht te geven.’

‘De loyaliteit van kinderen naar ouders reikt vaak verder dan andersom. Niet alle ouders zijn trouw aan hun kinderen, maar kinderen blijven dat hoe dan ook wel aan hun ouders. Ze kunnen kritisch zijn en nog maar weinig met ze te bespreken hebben, maar van een buitenstaander accepteren ze geen negatieve uitlatingen over hun ouders. Ook een partner mag niet deloyaal zijn. Gebeurt dat wel, dan kan dat leiden tot een breuk in de liefdesrelatie. Want waarom zou je trouwer zijn aan degene die je kiest dan aan degene bij wie je vandaan komt? Tegen zo’n existentiële verhouding kan de partner gewoonweg niet op.’

Parentificatie

‘Gedurende de hele relatie tussen ouder en kind speelt de balans van geven en nemen een grote rol. In het begin overladen ouders hun kinderen met zorg en liefde. Ze geven hun eten, kopen kleren, behoeden ze voor gevaar, troosten als ze verdrietig zijn of pijn hebben. Zodra kinderen daartoe in staat zijn, vaak al op jonge leeftijd, gaat de weegschaal naar de andere kant. Ze voelen haarfijn aan wat hun ouders nodig hebben en proberen daarin te voorzien.’

‘Tegenwoordig wordt dat vaak afgedaan als pleasegedrag, maar daarin ga ik niet mee. Jouw ouders hadden dat gewoon nodig, zeg ik tegen mensen. En je kunt later als volwassene met die kwaliteit heel ver komen. Natuurlijk, kinderen kunnen doorschieten om het hun ouders naar de zin te maken. Zover zelfs dat de rollen omdraaien en zij hun ouders verzorgen. Dat heet parentificatie. Kinderen zijn ongelooflijk gevoelig voor de relatie van hun ouders. Ze weten precies wanneer het mis kan gaan. Papa komt thuis, hij heeft te veel gedronken, nu wordt mama boos. Dus gaan ze proberen hun ouders af te leiden. Veel kinderen van gescheiden ouders zijn geparentificeerd. Zij zijn volwassenen in een kinderlichaam.’

‘Ouders die niet goed in hun vel zitten doen onbewust een beroep op hun kinderen. Zo gedragen kinderen van een depressieve moeder of vader zich vaak heel vrolijk. Zij lachen het verdriet van de familie weg. En die kwaliteit nemen ze mee als volwassene. Kijk maar naar de familiegeschiedenis van cabaretiers: zij waren vroeger ook vaak de clown in het gezin.’

‘Erkenning is voor kinderen wezenlijk, maar veel ouders vinden het lastig om die te geven’

Wiegendood

‘Ik ben zelf de jongste van elf kinderen. Mijn ouders verloren twee dochtertjes, het ene aan wiegendood en het andere aan een infectie. Als ik nu terugdenk aan onze familie, zie ik dat een van mijn broers de clown was thuis. Hij maakte voor iedereen gedichten en droeg die op meesterlijke wijze voor.’

‘Elk gezin heeft een bepaalde dynamiek. Ouders brengen in hun relatie hun eigen boek mee, waar van alles in staat. Ze hebben allebei kwetsingen opgelopen, waardoor ze bijvoorbeeld lijden aan verlatingsangst, snel het gevoel hebben buitengesloten te worden of van hun nieuwe gezin meer verwachten dan ze van hun eigen ouders hebben gekregen. Al die bagage heeft ook invloed op de relatie die ze met hun kinderen krijgen. Zo ontstaat het familie­verhaal, waarbinnen ieder kind zijn eigen plek inneemt.’

‘Als een kind gehandicapt of veel ziek is, wordt dat vaak het zorgenkind naar wie veel aandacht uitgaat en worden de broers en zussen verwaarloosd. Een kind dat gevoelig is voor spanningen kan als lastig worden gezien en zich het zwarte schaap voelen. Terwijl het juist vaak problemen naar zich toe trekt om de ouders te ontlasten. Als volwassene kan het zwarte schaap zich ook op andere plekken buitengesloten voelen.’

 

Else-Marie van den Eerenbeemt (75)

Is familietherapeut, publicist en onderzoeker van ouder-kindrelaties. Ze geeft masterclasses en gastcolleges over het thema ‘intergenerationele familiedynamiek’. Studeerde aan de Hahne­mann University, in Philadelphia, bij professor Iván Böszörményi-Nagy. Met hem heeft ze in Nederland voor de contextuele familietherapie begrippen geïntroduceerd als loyaliteit, parentificatie, meerzijdige partijdigheid en relationele ethiek. Was 30 jaar docent gezinsbehandeling aan de Hogeschool van Amsterdam. Ze schreef boeken als ‘De liefdesladder – Over familie en nieuwe liefdes’ en ‘Door het oog van de familie – Liefde, leed en loyaliteit’. Verschijnt regelmatig in de media als deskundige in familieverhoudingen. Ook was ze betrokken bij de bekroonde documentaire ‘A Family Affair’.

Favoriet kind

‘Het favoriete kind kan in de ogen van de vader of moeder juist niets fout doen en verwacht ook op latere leeftijd, bijvoorbeeld op het werk, een voorkeurspositie. Wanneer dat anders uitpakt geeft dat vaak een dreun. Veel ouders hebben een favoriet kind, maar zullen dat nooit toegeven. Er rust een enorm taboe op. Ik gaf ooit een lezing op een jubileumfeest van een vrouwenvereniging in Drachten. In de zaal, met achthonderd vrouwen, vroeg ik: “Hadden uw ouders een favoriet kind?” Alle handen gingen omhoog. Toen ik daarna vroeg of ze zelf een favoriet kind hadden zweeg iedereen. Ze keken me aan met een blik van: hoe durf je dat te vragen?’

‘Een kind is niet zomaar favoriet, er zit altijd een verhaal achter, bijvoorbeeld dat het geboren werd terwijl vader op zijn sterfbed lag. Veel ouders voelen zich schuldig en vinden dit een pijnlijk onderwerp. Sowieso blijft bij families veel liggen onder het tapijt. Soms is dat maar beter ook, vanwege de kwetsbaarheid. We leven in een praatcultuur, maar praten over moeilijke kwesties binnen families maakt vaak meer kapot dan dat het iets heelt.’

‘Vlak na het overlijden van mijn tweede zusje ben ik geboren. Een van mijn opleiders zei ooit: “Jij moest het verlies van je zusje compenseren en leeft daarom voor twee.” Mijn ouders hadden voor mij als jongste kind alle tijd. Ik werd trait-d’union genoemd, het verbindingsstreepje, dat ook in mijn naam zit. Als klein meisje zag en voelde ik alle emoties van mensen om me heen. Ik herinner me nog dat mijn grote broer bij me uithuilde met liefdesverdriet. Mijn moeder vertelde dat ik een keer vanuit de wandelwagen in een drukke winkel riep: “Die mevrouw heeft gehuild.” Toen zij vertelde dat haar moeder net was overleden begon ze opnieuw te snikken.’

‘Mensen verbinden is mijn werk geworden. Al 40 jaar help ik als familietherapeut ouders en kinderen elkaar opnieuw te vinden. Ik ben 75, maar nog steeds gedreven.’

‘Voor ieder kind is erkenning van de ouders van wezenlijk belang, maar voor veel ouders is het lastig om die te geven. Soms moet ik een moeder van 90 jaar oud nog bewerken om tegen haar zoon van eind 50 te zeggen: “Je hebt gelijk, zonder jou had ik het niet overleefd.” Die zoon is al die tijd rusteloos gebleven en bleef overal de erkenning zoeken die hij van zijn moeder niet kreeg: in liefdesrelaties, bij zijn kinderen, zelfs bij zijn kleinkinderen. Zo krijg je dus die roulerende rekening tussen generaties.’

‘Erkenning van je ouders kun je niet afdwingen, maar elke investering daarin levert iets op. Ik heb een cliënt die kaarten naar haar moeder blijft sturen, ook al krijgt ze die iedere keer kapotgescheurd terug. Ze zei: “Als ik het niet zou doen, zou ik me de hele dag ellendig voelen. Nu denk ik: ik heb mijn best gedaan.” Ik vind dat bij een gebrouilleerde relatie ouders eerder over de brug moeten komen dan kinderen. Maar als dat niet gebeurt, moet het kind geholpen worden de eerste stap te zetten. Eigenlijk is dat het belangrijkste wat ik doe: mensen over de brug helpen.’

Lees het volledige artikel.

Liesbeth BauerKinderen zijn loyaler dan ouders

Scheiden is nu de norm, maar de samenleving is er niet klaar voor

NRC: Scheiden is nu de norm, maar de samenleving is er niet klaar voor

Relaties Echtscheiding wordt de norm – of is dat al, stelt Stine Jensen vast. Naast conflictlessen voor kinderen bepleit ze ook conflictlessen voor al die scheidende ouders.

Op een dag kwam mijn dochter (11) opgewonden thuis van school. Ze had een ‘scheidingsles’ gehad, vertelde ze. De hele klas had gehuild! En de juf ook!

Ik knikte, ik wist het al. Juf Dewi (22) had alle ouders een e-mail gestuurd om ze te vertellen dat hun kind die dag misschien met wat vragen en emoties thuis zou kunnen komen. Na het kijken van een aflevering van Het Klokhuis over echtscheiding was er in de klas spontaan een gesprek ontstaan over scheiden, nadat de juf had gevraagd hoeveel kinderen gescheiden ouders hadden. Het was waardevol geweest, en ook aangrijpend. Er waren veel emoties losgekomen bij de kinderen, ook bij haar.

Stine Jensen is filosoof en schrijver

„Hoeveel kinderen uit jouw klas hebben er gescheiden ouders?”, vroeg ik mijn dochter.

„Veertien van de tweeëntwintig. De kinderen die geen gescheiden ouders hebben, moesten ook huilen, want die waren toch een beetje anders dan de rest.”

Twee derde van de klas, het klonk mij als veel in de oren. Natuurlijk wist ik het al wel van een aantal, je komt er gauw achter bij het maken van speelafspraken („op woensdagen en vrijdagen is ze bij haar vader, moet je die even appen”), maar zoveel? Mijn dochter keek er niet van op of om, gescheiden ouders is in haar klas de norm. Ze behoort zelf tot die norm: haar vader en ik gingen uit elkaar toen ze twee was. Het was geen lichtvaardig besluit, het was misschien zelfs helemaal geen ‘besluit’, eerder een onoverkomelijke situatie. Zoals het verstand (vaak) een ondergeschikte rol speelt bij het beginnen van de liefde, zo kan het uit elkaar gaan zich ook als een even irrationele natuurramp voltrekken. Er zijn, heb ik me laten vertellen, ook keurige ‘huis-tuin-en-keuken’-scheidingen, die van mij was dat niet.

Maar huis-tuin-en-keuken of niet, elke scheiding heeft gevolgen, en als er kinderen in het spel zijn, is het zelden een lichtvaardige keuze. Na de scheiding moest ik mezelf opnieuw uitvinden: was ik nu een soort parttime-gezin? Ben je met zijn tweeën een ‘heel’ gezin, of een éénoudergezin? Hoe vind je een nieuw ritme?

Formeel niets geregeld

Het hoge aantal gescheiden ouders bij mijn dochter in de klas zette me aan het denken. Was er gelijk met mij een hele kluit ouders (en hun kinderen) zichzelf aan het uitvinden geweest? Ik begon een persoonlijk onderzoek naar scheiden en de gevolgen daarvan. Ik startte op het schoolplein, en waaierde uit naar andere terreinen: wonen, wetgeving, beeldvorming. Aanvankelijk zag ik het hoge aantal als een aberratie die verklaard moest worden. Het Centraal Bureau voor de Statistiek noemt bijna een derde van de kinderen in een klas die gescheiden ouders hebben als landelijk gemiddelde; ruim  600.000  kinderen onder de 16 jaar woonden in 2015 niet in een gezin met twee eigen ouders, en dat aantal stijgt. Navraag bij ouders leerde mij dat veel van hen formeel niets geregeld hadden – net als ik zelf trouwens. Zij komen in de eerste statistieken dus niet voor. Verklaringen voor die scheidingen te over. Van formele van het CBS: ‘op elkaar uitgekeken’, ‘botsende karakters’, tot mijn eigen rondvraag op school: „Er is te veel afleiding en vertier in de stad, bij problemen dwaalt het oog snel af” (de juf, pre-corona), „De vrouwen zijn geëmancipeerd en kiezen voor zichzelf” (een gescheiden moeder) en „We leven in een liefdesconsumptiemaatschappij” (tinderende ouder), tot „Er zijn zoveel nationaliteiten en achtergronden in deze klas, en al die gemengde relaties leveren prachtige kinderen op, maar ook veel conflict en ruzie” (een gescheiden vader).

Gaandeweg drong het steeds meer tot me door dat het scheiden zelf wellicht niet zozeer aandacht behoefde, dat was al lang de gegeven norm, als wel het traject erna.

Wie uit elkaar gaat, en kinderen heeft, heeft met elkaar levenslang. Het woord ‘nahuwelijk’ (gemunt door documentairemaakster Djoeke Veeninga) is een fraaie term, maar suggereert dat de liefdesrelatie op de een of andere manier actueel blijft. En juist dat geeft gedonder: als de liefdesrelatie niet goed wordt afgerond, blijft die steeds opspelen in het gezamenlijke ouderschap. En over dat gedeelde ouderschap, de kinderen dus, zou het moeten gaan, hoor je (terecht) vaak. Voor die kinderen van gescheiden ouders is gelukkig steeds meer een luisterend oor. Er zijn prachtige initiatieven als Villa Pinedo, een online platform waar kinderen van gescheiden ouders elkaar helpen, en er komen steeds meer hulpprogramma’s vanuit gemeentes (zoals de KIES-trainingen (‘kind in een scheiding’). Als kind van gescheiden ouders weet ik uit eigen ervaring dat je er ‘last’ van kunt hebben.

Meerdere blauwdrukken van de liefde

De statistiek stelt: wie gescheiden ouders heeft, heeft zelf ook 50 procent meer kans om uit elkaar te gaan. Toch heb ik het anders gedaan dan mijn ouders: ik ben niet zo lang mogelijk ‘voor de kinderen’ bij elkaar gebleven – net als veel ouders uit de klas van mijn dochter. En dat betekent dat kinderen als vanzelfsprekend ook opgroeien met meerdere blauwdrukken van de liefde, want die ouders krijgen nieuwe partners, soms weer met eigen of nieuwe kinderen.
Als scheiden de norm is (of wordt), is de samenleving daar dan klaar voor? Nee, luidt het antwoord. Nederland kan om te beginnen het aantal echtscheidingen niet aan als het om huisvesting gaat. Er zijn inmiddels veel schrijnende verhalen van mensen die noodgedwongen in hetzelfde huis blijven wonen na een scheiding omdat een andere woning onbetaalbaar is. Een uitkomst zijn de ‘Parentshouses’, waar ouders met kinderen tijdelijk terecht kunnen na een scheiding. Het aantal in Nederland blijft echter ver achter (er zijn nog maar 16), en staat of valt vooralsnog bij initiatieven van particulieren, soms gesteund door een organisatie of de gemeente. Maar het is een tijdelijke oplossing, zoals ook het commerciële scheidingshotel in Haarlem, en dus niet duurzaam. Voor architecten in spe ligt een belangrijke creatieve uitdaging om na te denken over woonvormen voor de nieuwe samenleving.

Voor de maatschappij speelt, naast de harde materiële werkelijkheid van het woningtekort, ook een ander aanzienlijk financieel belang: het platform ‘Scheiden zonder schade’, een initiatief van de overheid dat breed gesteund wordt, en waarvoor 2 miljoen euro is uitgetrokken, heeft berekend dat een complexe scheiding de samenleving veel kost (gemiddeld 50.000 euro per scheiding). Nederland kent er zo’n 16.000 per jaar.

Interessant aan dit platform is dat het laat zien dat de focus in de samenleving is verschoven. Niet langer meer gaat het om het voorkomen van scheidingen, maar het draait om het schadeloos uit elkaar gaan. Zelfs de christelijke partijen – of misschien juist zij, omdat zij de bescherming van het kind tot hun kerntaken rekenen – zijn van richting verschoven door scheiden niet langer taboe te verklaren, maar de aandacht te verleggen naar hoe beter uit elkaar te gaan. Het platform nodigde mensen uit om daartoe ideeën te lanceren. 146 initiatieven werden ingediend, waaronder een conflictcursus voor basisscholen.

Puik plan, vind ik. Want kinderen kan je leren over flirten, lentekriebels, en waar baby’s vandaan komen, maar hoe maak je ruzie zonder elkaar de hersens in te slaan? Hoe rond je een ruzie af? Juf Dewi vertelde me dat het ook nuttig zou kunnen zijn als de Pabo aanstaande docenten zou leren hoe je als docent om kunt gaan met alles wat je in de klas tegenkomt wat met scheiden te maken heeft: verdriet, geen spullen mee want die lagen bij de andere ouder, en nu dus ook: „Juf, mijn ouders zijn als enige bij elkaar. Is dat niet heel gek?”

Lees ook: Nooit zie je jezelf als alleenstaande ouder, tot het vakantie is

Conflictlessen voor scheidende ouders

Journalist Frénk van der Linden heeft vaker gezegd: geef kinderen ‘liefdeslessen’ of handvatten daartoe. In zijn prachtige boek En altijd maar verlangen. De liefdesoorlog van mijn ouders schrijft hij over het hartverscheurende gegeven dat zijn ouders veertig jaar niet met elkaar spraken na hun scheiding, totdat hij ze bij elkaar bracht. Door het lezen van zijn boek drong het met een schok tot mij door dat mijn ouders na hun vechtscheiding (vijfendertig jaar geleden) elkaar nooit meer normaal hebben gesproken.

Behalve conflictlessen voor kinderen, zou ik ook graag meer conflictlessen voor al die scheidende ouders zien. Mensen gaan naar de psycholoog om hun relatie te redden. Maar wil je goed uit elkaar, dan is het even zoeken naar een therapeut. Wie een samenleving wil waarin mensen ‘scheiden zonder schade’, moet niet alleen investeren in kinderen, maar ook in de ouders, bijvoorbeeld in die hoe-uit-elkaar-gaan-therapieën. Recentelijk zijn er therapeutische methoden ontwikkeld (zoals in Nederland de SCHIP-aanpak, een post-relationele therapie). Onderdeel van zo’n therapie is het ‘scheidingsritueel’. Je bekrachtigt daarin dat je uit elkaar gaat.

Als scheiden geen taboe is, dan is het ook zaak om de taal rondom scheiden minder negatief te laden: nu kom je als kind nog altijd uit een ‘gebroken gezin’ of een ‘vechtscheiding’. Scandinavië, van oudsher de plek op aarde waar scheidingen welig tieren, introduceerden ‘bonus’ als term, en proberen tegenwoordig in de beeldcultuur van scheiding zelfs wat grappigs te maken, zoals in de serie Bonusfamiljien.

Romantisch ideaal volkomen intact

Ik ben benieuwd naar het effect op kinderen van scheiden als norm, als het gaat om hun dromen en verwachtingen van de liefde. Geloven zij nog in die ene, de ware? Ik checkte het bij mijn dochter. Hoe kijkt zij aan tegen de liefde? Welke films ziet ze, wat krijgt ze vanuit de beeldcultuur mee over haar geleefde realiteit waarin scheiden de norm is? Grappig genoeg ziet ze best veel films waarin ouders het alleen moeten rooien met een kind. Maar het romantisch ideaal van de ware blijft daarbij volkomen intact, zoals in haar lievelingsfilm Fatherhood, over een alleenstaande vader met zijn dochter, de moeder is bij haar geboorte overleden – willen vaders er alleen voor komen te staan, dan moet er altijd eerst een echtgenote dood. Die beeldcultuur mag best wat rijker, creatiever: hoe zien nieuwe gezinnen en alternatieve leefvormen eruit?

Als scheiden de norm wordt, of misschien al is, laten we de samenleving daar dan beter op voorbereiden. Ik zelf nam mij ooit hartstochtelijk voor mij niet te laten gebeuren wat mijn ouders deden: elkaar nooit meer spreken. En dus volgen de vader van mijn dochter en ik alsnog een ‘post-relationele therapie’ en doen binnenkort een scheidingsritueel. Mijn dochter vindt het „interessant”, misschien zelfs wel „een beetje leuk”.

„Doe je een mooie scheidingsjurk aan en mag ik dan scheidingsmeisje zijn?”

Ja, dat doe ik, en ja, dat mag.

Vanaf de tweede vrijdag van september, internationale ‘Dag van de Scheiding’, is de podcast Scheiden met Stine (Human) te beluisteren.

Liesbeth BauerScheiden is nu de norm, maar de samenleving is er niet klaar voor

Zo maak je wél effectief ruzie (in vijf stappen)

NRC: Zo maak je wél effectief ruzie (in vijf stappen)

De vrede bewaren Flinke ruzies hoeven helemaal niet zo erg te zijn, zolang problemen maar écht worden opgelost. Hoe doe je dat? Een cursus ‘effectief ruziemaken’ in vijf stappen.

Door: Carlijn Vis

Een goede vriendin van mij en haar man hadden flink ruzie. Hij liep weg, het huis uit. Zij gooide de voordeur achter hem dicht, draaide de deur op slot en liet de sleutel zitten zodat hij er niet meer in kon. In de meterkast trok ze alle draadjes uit de intercom. Zo, dacht ze, die hoor ik voorlopig niet meer.

Toen hij de volgende ochtend thuiskwam voor het ontbijt met de kinderen, liet ze hem binnen, maar gaf hem nog twee dagen the silent treatment.

Een week later, in een koffietentje, vertelde ze over het conflict. En ook over de dynamiek tussen haar en haar man. „Ik ben waardeloos in ruziemaken”, zei ze. „Ik ontplof, word totaal onredelijk, we schreeuwen tegen elkaar, hij loopt weg en later hebben we allebei geen zin meer om het uit te praten.”

Dit moet beter kunnen, dachten we allebei. Maar hoe?

De meeste mensen zijn slecht in ruziemaken, zegt psycholoog Dave Niks. Hij is familiepsycholoog en begeleidt in zijn praktijk veel stellen. „Van onze ouders leren we er niet over. Ruzies gebeuren en worden weer opgelost, maar aandacht voor hoe je effectief ruziemaakt is er in de opvoeding vaak niet.”

Mensen hebben meestal nare associaties bij keet, maar ruzie is juist „een kans om de relatie te verbeteren”, zegt Esther Kluwer, hoogleraar duurzame relaties aan de Radboud Universiteit. „Schreeuwen en weglopen zijn geen ramp, als je maar terugkomt en samen tot een oplossing komt. Het gesprek wordt vaak niet afgemaakt. Zonde, want je kunt de situatie aangrijpen om de relatie te verbeteren. Of er verandering plaatsvindt, hangt af van hoe je met de ruzie omgaat.”

Beide deskundigen zeggen: ja, effectief ruziemaken kun je leren. Het is alleen niet makkelijk. Elke gedragsverandering kost aandacht, tijd, oefening. Ondanks goede voornemens, zul je aanvankelijk best een paar keer in je oude gedrag vervallen. Psycholoog Niks: „Het is vallen en opstaan, reflecteren op hoe het ging en bij de volgende ruzie opnieuw proberen.”

Ruziemaken kun je leren, kortom. Een korte cursus in vijf stappen.

1. Leer zien waar een ruzie onder de oppervlakte over gaat

Een ruzie over de vaatwasser uitruimen, gaat niet over de vaatwasser uitruimen, zegt Dave Niks. „De kunst is: ontdekken wat het daadwerkelijke pijnpunt is, waar de ruzie nou écht over gaat.” Om te laten zien hoe dat kan, haalt hij een voorbeeld aan uit zijn spreekkamer.
Een man is boos omdat zijn vrouw haar vuile was niet in de wasmand stopt, haar ontbijtbord elke morgen op tafel laat staan en na het koken de pannen laat aankoeken op het aanrecht. Daar maken ze vaak ruzie over. Daarbij verbaast hij zich dat er na een ruzie steeds niets verandert. Niks: „Haar houding verandert niet omdat zij denkt: een gebruikt koffiekopje op tafel, so what? Er zijn grotere problemen in de wereld. Maar dat kopje staat symbool voor de hygiëne die hij belangrijk vindt, en telkens wanneer hij een vies koffiekopje ziet, voelt hij zich niet serieus genomen. Zijn verzoek om het op te ruimen negeren, staat gelijk aan hem negeren. Daar gaat zijn boosheid over, niet zozeer over rondslingerende kopjes.”
Dát moet je dus aan de ander overbrengen, in plaats van te blijven hameren op het kopje in de vaatwasser zetten. Zodra je dat onderscheid maakt, kun je op een ander niveau de discussie aangaan en zal de ander je punt beter begrijpen, zegt Niks. „Als het de vrouw duidelijk wordt dat haar man zich genegeerd voelt, lukt het haar beter te letten op wat ze doet. Zij kan zich dan verplaatsen in wat hij voelt, ze zou zelf ook niet continu genegeerd willen worden.”

2. Hou op met beschuldigen

Waar ook winst te behalen valt voor wie effectiever ruzie wil maken: geef niemand anders de schuld van jouw probleem. Hoogleraar Kluwer: „Opmerkingen als ‘jij zet het vuilnis nooit buiten’ en ‘jij kookt nooit’, betekenen eigenlijk: ‘Ik vind het zwaar om het huishouden alleen te doen.’” Door dat te verpakken in een beschuldiging, lok je bij de ander een vijandige reactie uit én wordt je eigenlijke boodschap niet begrepen. Kluwer: „Je kunt beter zeggen: ‘Het is veel werk om zowel de boodschappen te doen als te koken en af te wassen. Wil jij de vaat opruimen op de avonden dat ik kook?’”

Vermijd zinnen met ‘jij’ erin. ‘Jij doet nooit’ en ‘jij zegt altijd’. Begin zinnen liever met ‘ik’ of ‘wij’
Is dit niet makkelijker gezegd dan gedaan? Voor wie woedend is, kan het moeilijk zijn om afstand te nemen en te denken: ik moet niet beschuldigen. En ik moet zeggen waar ik precies moeite mee heb. Een praktische tip die kan helpen tijdens de ruzie: vermijd zinnen met ‘jij’ erin. ‘Jij doet nooit’ en ‘jij zegt altijd’. Meestal volgt namelijk kritiek. Begin zinnen met ‘ik’ of ‘wij’ en focus op oplossingen in plaats van beschuldigingen.

3. Vraag om hulp

Bij het beschuldigen van je partner (of een vriend of collega) gaat een discussie dus al snel de verkeerde kant op. Hoogleraar Kluwer: „Om hulp vragen geeft nog meer mogelijke oplossingen.” In het voorbeeld over boodschappen doen, koken en afwassen: als je om hulp vraagt, kan het werk worden verlicht door je partner, maar ook door je kinderen of met externe hulp – zoals de boodschappen online bestellen en laten bezorgen, een huishoudelijke hulp inschakelen, wekelijks een maaltijdbox laten komen of op een vaste avond eten bestellen.
Maar wat nou als je om hulp vragen lastig vindt? Therapeut Dave Niks merkt in zijn praktijk dat mensen vaak sterk willen zijn, zich niet willen laten kennen of hun partner niet willen opzadelen met huishoudelijke to do’s. Als je het moeilijk vindt om hulp te vragen, zegt hij, experimenteer dan eens met een kleine ergernis, om ervaring op te doen met hoe het gesprek dan verloopt. Bijvoorbeeld: ik loop continu achter met mijn werk omdat het brengen én halen van de kinderen naar sport en zwemles me veel tijd kost. Kan jij voortaan de logistiek rondom voetbal overnemen? Dan blijf ik zwemmen en karate doen.

Het helpt ook om irritaties niet op te stapelen. Niks: „Kleine onopgeloste conflicten komen op een hoop. En de gevolgen zijn uiteindelijk groter en het probleem onoverzichtelijker.” Hoe kun je jezelf hier in de praktijk aan helpen herinneren? Een goede metafoor is volgens hem de stempelkaart. Hou die voor ogen en zie elke kleine ruzie over hetzelfde onderwerp als een stempel. Stel jezelf ten doel dat die kaart niet volloopt: spreek irritaties tussentijds uit en kom via de hulpvraag samen tot een oplossing.

4. Ontdek wat je primaire reactie is

Iemands primaire reactie – weglopen, met de deuren slaan, niets meer zeggen – is lastig te veranderen, maar dat hoeft ook niet, zegt Niks. Je primaire reactie is een overlevingsstrategie, die zet je automatisch in als er paniek is. „Analyseer wat je primaire reactie is en accepteer die.” De verandering zit in je secundaire reactie. „Daar heb je controle over, dus daar kun je aan werken.”
Maar eerst moet je dus ontdekken wat je primaire reactie is. Denk aan een van je laatste ruzies en bekijk hoe je in eerste instantie reageerde. Het conflicthanteringsmodel van Thomas en Kilmann, twee professoren aan de Universiteit van Pittsburgh, is gebaseerd op veertig jaar onderzoek en in de psychologie leidend als het over dit onderwerp gaat. Het gedrag dat iemand tijdens een conflict vertoont, is in te delen in vijf verschillende stijlen: vechten (strijden voor je eigenbelang), vermijden (weglopen en conflicten uit de weg gaan), toegeven (de ander zijn zin geven) oplossen (het belang van beiden centraal stellen) en een compromis sluiten.

Op een rustig moment – als je geen ruzie hebt – bespreek je dit, zegt Dave Niks. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik ben erachter gekomen dat ik vlucht als we ruzie hebben. Ik loop niet weg omdat ik niet met je wil praten, maar omdat ik moeite heb met de situatie.’ Daarna volgt het voorstel om hier iets over af te spreken: ‘Als ik even moet gaan, laat me dan weglopen zodat ik rustig kan worden. Andersom beloof ik dat ik later terugkom om het uit te praten.’

5. Voeg een nieuwe ‘ruziemaakstijl’ toe

Om ervoor te zorgen dat ruzies een betere uitkomst hebben, is het belangrijk te werken aan je secundaire reactie. Psycholoog Niks: „Je voegt er een ruziemaakstijl aan toe.”
Hierboven zijn de vijf manieren waarop mensen met tegenstrijdige belangen omgaan al benoemd: strijden, vermijden, samenwerken, toegeven en een compromis sluiten. Niks: „Het is mooi als je alle stijlen beheerst. Dat noemen we ‘stijlflexibiliteit’.” Dat klinkt misschien niet haalbaar, maar het valt mee. Afhankelijk van de situatie, kies je welke aanpak je het meeste oplevert – zie het als een tool kit. Kluwer: „In een ruzie met je partner waarbij je wil dat beiden tevreden zijn met de oplossing, kies je voor oplossen of een compromis. In een conflict met een verzekeringsmaatschappij wil je vechten voor je recht. En als er bij de kassa iemand voordringt, hoef je daar geen punt van te maken. Toegeven is dan een prima keuze.”
Tot slot nog een kleine opsteker: in tegenstelling tot wat we vaak denken, kan ruzie onderdeel zijn van een positieve r

Liesbeth BauerZo maak je wél effectief ruzie (in vijf stappen)

Liefde en rouw in deze tijd van COVID-19

april 2020

Nu het coronavirus op steeds meer manieren je leven beïnvloedt, is niets meer zeker en vanzelfsprekend. De gevolgen van dit virus kunnen op allerlei gebieden van je leven zeer verstrekkende en ingrijpende gevolgen hebben. Dat kan heel begrijpelijk angst en onzekerheid bij je oproepen.

Ook je relatie kan in deze tijd onder druk komen te staan. Tot voor kort had je de normale afleiding van familie, vrienden en collega’s. Als je met je partner en je kinderen langer dan gewend en niet vrijwillig in huis vertoeft, kan dat van invloed zijn op je hoe je je voelt en op je relatie.

De gevolgen van het coronavirus kunnen ook ingrijpend zijn omdat je bijvoorbeeld geconfronteerd bent met het verlies van een dierbaar persoon. Alle mogelijkheden op het gebied van zorg en aandacht, troost en rouw rondom en na het overlijden van een dierbaar persoon en de uitvaart verlopen anders dan je ‘gewend’ bent en zou willen.

Een paar tips waar je hopelijk nu iets aan hebt

  • Houd een vast dagritme aan. Plan je bezigheden, eet en drink op tijd, eet en drink niet meer dan je gewend bent, zorg voor afwisseling, zorg ervoor dat je ondanks de beperkende maatregelen toch elke dag even buiten bent én beweegt!
  • Maak tijd en ruimte voor leuke dingen die je in en rondom het huis kunt doen. Kijk op internet voor ideeën.
  • Onderhoud het contact met je netwerk via de telefoon, internet, beeldbellen, een kaartje, een brief.
  • Mocht je gaan piekeren, neem de leiding hierover. Schrijf 1x per dag je piekergedachten op een vel papier. Leg het weg en ga iets leuks doen. Plan later op de dag een piekermoment in van maximaal een kwartier. Je bekijkt je piekergedachten en schrijft op over welk onderwerp je piekert. Na een kwartier stop je ermee, gooi je het papier weg en ga je opnieuw iets anders doen.
  • Blijf in beweging en zorg voor voldoende slaap.
  • Praat over deze tijd met de kinderen. Stem de informatie af op de leeftijd van de kinderen en doe dat ook met de informatie op de televisie. Laat kinderen naar het jeugdjournaal kijken. Houd in de gaten hoeveel informatie er eventueel op andere manieren naar de kinderen toekomt en begrens dat. Geef eerlijke informatie. Bedenk dat de kinderen ook in deze dagen op jou als ouder letten. Blijf jij rustig, dan kunnen zij ook rustig blijven.
  • Leer jezelf te verdragen dat ook in deze tijd niet al je verlangens vervuld kunnen worden. De huidige onzekere tijd zou dit kunnen benadrukken. Bedenk dat verlangens en wensen geen rechten zijn.
  • Daag jezelf uit op zoek te gaan naar mogelijkheden i.p.v. stil te blijven staan bij onmogelijkheden.
  • Het is normaal dat je er af en toe behoefte aan hebt om je even terug te trekken. Niet alleen jij, ook je partner en indien van toepassing je kinderen zullen die behoefte hebben. Spreek af welke ruimte daarvoor gebruikt mag worden en hoe je duidelijk maakt dat je even niet gestoord wilt worden. Als die ruimte er (nog) niet is, maak ‘m dan, indien mogelijk met elkaar!
  • Gevoelens van angst en onzekerheid zijn heel normaal in deze tijd. Sta jezelf en de andere gezinsleden toe hierover te spreken zonder dat er (meteen) een oplossing is.
  • Begin de dag als koppel en als gezin samen. Kom voor het ontbijt 15 minuten samen in de huiskamer om op elkaar af te stemmen, na te gaan hoe de nacht is geweest voor iedereen, na te gaan hoe het met iedereen is. Ontbijt daarna samen, zonder afleiding van telefoon, televisie of andere afleidingen. Neem de leiding in het maken van een moment samen waarin iedereen zich verbonden kan blijven voelen.
  • Sluit de dag ook samen af. Stem dit moment af op degene die ‘s avonds als eerste naar bed gaat. Geef ieder de gelegenheid om te vertellen wat hij of zij wil vertellen op dat moment. Het kunnen ook momenten juist van stilte zijn, samen zingen, naar muziek luisteren, een verhaal vertellen of voorlezen.

Het is misschien ‘ouderwets’, maar rust, orde en regelmaat in onrustige en onzekere tijden geven mensen groot en klein en hopelijk ook jou houvast. Het geeft je de ruimte en de aandacht om te blijven verbinden met jezelf, met je partner en indien van toepassing met je kinderen.

Mocht je hierover ‘live’ willen komen praten in de praktijk, dan kan dat met inachtneming van de adviezen van het RIVM op dat moment. Ik heb geen wachtlijst, je kunt op korte termijn terecht. Je bent welkom.

 

Liesbeth Bauer


 

 

Aandachtoefening

  1. Kies een plek waar je ongestoord een half uurtje kunt zitten.
  2. Ga rechtop op een stoel zitten met beide voeten stevig op de grond. Sluit je ogen of kijk schuin langs je neus naar een punt voor je op de grond.
  3. Leg een of beide handen op je buik.
  4. Volg met aandacht en zonder oordeel je ademhaling gedurende 2 à 3 minuten.
  5. Blijf je ademhaling zonder oordeel en vriendelijk volgen en probeer een beetje dieper in en uit te ademen zodanig dat je als het ware voelt dat je handen op je buik naar buiten en naar binnen bewegen.
  6. Als je je ademhaling in je buik voelt, blijf dan 5 minuten met rustige en vriendelijke aandacht de ademhaling volgen. Je hoeft verder niets te doen, niets te weten, niets op te lossen. Je zit met vriendelijke aandacht en met beide voeten stevig op de grond op een stoel. Elke keer als je gedachten je weghalen van je ademhaling, ga je met je aandacht terug naar je ademhaling en je laat je gedachten vriendelijk gaan.
  7. Na 5 minuten zo te hebben gezeten ga je met je aandacht naar je gedachten. Welke gedachten heb je? Zijn het vragen, opdrachten, boodschappen, herinneringen aan wat iemand tegen je heeft gezegd, ….. Volg opnieuw 5 minuten je gedachten met vriendelijke aandacht en zonder oordeel. Ook als je geen gedachten hebt, blijf je met je aandacht bij het hebben van geen gedachten. Je bent helemaal in het NU zonder oordeel.
  8. Na punt 7 kun je de oefening afronden. Lees verder bij 10 t/m 12.
  9. Na punt 7 kun je de oefening uitbreiden op de volgende manier. Lees verder bij 13 t/m
  10. Dat doe je door langzaam je ogen te openen of op te heffen en rustig om je heen te kijken. Terwijl je dit doet blijf je rustig ademen en neem je de plek waar je zit weer in je op.
  11. Adem 3 keer rustig en diep in en uit.
  12. Sta rustig op en probeer met deze rust de dag weer op te pakken.
  13. Uitbreiding oefening na punt 7: volg je gedachten en merk op welke gedachte terugkeert.
  14. Richt je aandacht op die gedachte, ook weer rustig, vriendelijk en zonder oordeel. Terwijl je dit doet blijf je rustig ademen.
  15. Mocht je ademhaling hoger gaan zitten, keer dan eerst terug naar punt 1 t/m 7 en keer dan terug naar deze ene gedachte.
  16. Punt 13 t/m 15 kun je net zolang doen als dat je zelf prettig vindt. Als je nog niet zo ervaren bent met dit soort aandachtoefeningen, dan raad ik je aan het per 5 minuten op te bouwen.
  17. Rond de oefening af m.b.v. punt 10 t/m 12.

 

Liesbeth Bauer

 

 

 

Liesbeth BauerLiefde en rouw in deze tijd van COVID-19

Maak van je hart geen moordkuil

Een kuil waarin opgespaarde verwijten liggen te wachten om als een vulkaan te pruttelen en uiteindelijk te ontploffen bij kleine en grote irritaties, is regelmatig de ‘bom’ onder een relatie.  Verwijten zetten emoties vast, doen mensen vechten of vluchten, maken mensen hard en niet (meer) toegankelijk voor de ander. Verwijten doen pijn, altijd. Verwijten zijn boodschappers van iets niet goed doen of erger nog, niet goed zijn. Afwijzing. Om afwijzing op afstand te houden, gebruiken we verwijten die we tussen de ander en onszelf kunnen zetten. We kunnen ook onverschillig worden of de ander gaan negeren. Niets van dit alles nodigt uit om jezelf te laten zien en horen in een relatie. Koppels raken verstrikt als een van beide of beiden zijn gestopt met uit te spreken wat er in het hart gebeurt. Het hart dat ooit verliefd was en verwijten in geen velden of wegen waren te bekennen. Totdat de verliefdheid op natuurlijke wijze een beetje uitdooft. Wat dan?!? Dan is de kwetsbaarheid voelbaar die een relatie met zich meebrengt. Ik kan de ander gaan afwijzen of de ander kan mij gaan afwijzen. Om dat voor te zijn, sparen we onbewust ‘zegeltjes’. De ‘ja-maar, jij’- zinnen die klaarliggen voor gebruik. Er is bewustzijn voor nodig én lef om te gaan staan voor onze verlangens, de andere kant van verwijten. Verlangens zijn nooit fout; ze kunnen alleen niet altijd vervuld worden door onze partner. Dat is soms best lastig. Om dat te verdragen maken we er verwachtingen van, want als die niet uitkomen kunnen we er weer verwijten van maken. Enzovoort. Durf je hart te laten spreken vanuit verlangen naar de ander in plaats van iets verlangen van de ander. Het eerste hart is open, vrij en vriendelijk; het tweede hart is hard, eisend en afwijzend. Welk hart is van jou?

© Liesbeth Bauer

 

De column is eerder verschenen in het Leidsche Rijn Magazine. De namen zijn om privacyredenen gefingeerd.

Liesbeth BauerMaak van je hart geen moordkuil

Relatietaal

Waarom organiseer jij nou nooit eens een uitje?!
Jij kan toch nooit als ik iets voorstel?!
Dat is niet waar. Laatst nog, …
Ja, maar toen vond je de film die ik had uitgekozen niet leuk.
Het ligt ook altijd aan mij. Je begrijpt me gewoon niet.
Joh, weet je, bekijk het. Ik ga sporten.
Ja, loop maar weer weg!
Dit is een voorbeeld van reactietaal: taal vanuit pijn, teleurstelling, verwachtingen die niet uitkomen. Uiteindelijk verzandt deze taal altijd in verwijten. Verwijten die onze kwetsbare kant, onze verlangens, moeten beschermen. Verwijten waarmee we dan wel de ander kwetsen.
Relatietaal vraagt van mensen de verwijten om te zetten in verlangens. Dat is werkelijk iets anders dan verwachtingen. Verlangens komen uit het hart. En het hart is kwetsbaar, fysiek en emotioneel! Hoe doe je dat?
Lieverd, ik mis onze wekelijkse momenten samen. Momenten waarop ik weer kan voelen dat ik van jou en jij van mij houd(t).
Ik mis dat ook!  Wat wil je dat ik doe?
Ik zou het fijn vinden om weer eens met jou een avond uit te gaan. Ik wil wel een restaurant reserveren. Wil jij dan een film o.i.d. regelen?
Prima! Wanneer zullen we dat plannen, deze of volgende week?
Ik kan ….
Mooi, dan ga ik nu de oppas bellen om te kijken of zij kan oppassen.

Relatietaal: taal vanuit het hart van waaruit je ooit voor elkaar hebt gekozen. Ik wil jou graag blijven zien en ik wil ook graag dat jij mij wilt blijven zien.

 

© Liesbeth Bauer

 

De column is eerder verschenen in het Leidsche Rijn Magazine winter 2019. De namen zijn om privacyredenen gefingeerd.

Liesbeth BauerRelatietaal

Alle hens aan dek!

Tineke en Marcel willen graag hun vakantieplannen voor de komende zomer zonder ruzie kunnen bespreken en uitvoeren. De afgelopen maanden konden zij dat niet. In de tussentijd hebben ze beiden op de achtergrond beslissingen genomen waar de ander mee te maken gaat krijgen. Zij beschrijven een herkenbaar dilemma in een samengesteld gezin. Zij zitten niet slechts met z’n tweetjes bij mij in de kamer. Er zijn zo’n 15 (!) direct betrokkenen die over hun schouder meekijken en – luisteren! Zij eisen allemaal hun plek op. Oud én jong, vaders en moeders van alle betrokken kinderen én niet te vergeten betrokken grootouders. Zij hebben allemaal hun wensen, verwachtingen en verlangens. Woorden die rond het thema vakantie veel te vaak op één plek terecht komen, namelijk de plek van ons gelijk, lees: onze zin krijgen. Maar je plek innemen betekent niet dat je de lakens kunt uitdelen. Het zou moeten betekenen dat er naar je geluisterd wordt én dat je naar de ander luistert, niet meer en niet minder. Gehoord worden betekent niet perse gelijk c.q. je zin krijgen. Samengestelde gezinnen doen in bovengemiddelde mate een beroep op een van de basisprincipes van een relatie, namelijk de beweging van geven en nemen. Bewegen is iets anders dan we vaak in de praktijk willen: we willen een geven en nemen dat helemaal precies in evenwicht is, ‘eerlijk’ is. En dat kan vaker niet dan wel. Dat is een relationeel feit waarmee we te dealen hebben. Naarmate de relatie tussen de volwassenen meer beschadigd is, des te groter zal de strijd hierover zijn. Een rustige vakantie begint met het opgeven van de strijd over iets onmogelijks. Een rustige vakantie begint met het openen van je hart voor alle betrokken. Dat kan een grote opgave zijn, soms zelfs te groot. Dat dan zelf te erkennen zou het begin kunnen zijn van een rustige vakantie!

 

© Liesbeth Bauer

 

De column is eerder verschenen in het Leidsche Rijn Magazine zomer 2019. De namen zijn om privacyredenen gefingeerd.

Liesbeth BauerAlle hens aan dek!

Levenswijsheid

Over het algemeen lijkt er sprake te zijn van te veel bij een opeenstapeling van ingrijpende gebeurtenissen. Een vers verlies kan de opmaat zijn naar onderliggend verlies dat wacht op aandacht. Zo ook bij een koppel dat net hun derde en laatste kind geholpen heeft met de verhuizing naar een studentenkamer. Monique en Sander verheugen zich op deze nieuwe fase in hun leven: de kinderen goed en gezond de deur uit, Sander die binnenkort een dag minder gaat werken en Monique die het nog steeds prima naar haar zin heeft op het werk. Ze hebben een gezellig sociaal netwerk, zijn sportief en actief. Ze nemen de tijd voor de emoties van het tijdelijke lege nest gevoel. Tot hun eigen verbazing kunnen ze hun draai samen ondanks alles toch niet meer zo vinden. Als ze zich beiden ook op hun werk en in hun vriendschappen niet meer zo vrij voelen, besluiten ze mij te vragen eens mee te kijken in hun leven. Er klopt ‘iets’ niet. Monique en Sander nemen de tijd hun leven nog eens door te lopen en de emotionele gebeurtenissen krijgen nieuwe aandacht. Tijdens dit proces laat een vierde stille baby zich opnieuw ´horen´ en ´voelen´, zowel bij Monique als Sander. Dit kind zal nooit ´de deur uitgaan´. Na alle aandacht en rituelen waarmee het vertrek van de andere kinderen gepaard is gegaan, lijkt er nog een laatste ritueel plaats te moeten vinden. In al hun wijsheid hadden zij zich niet gerealiseerd dat hun tweede kind dat tot groot verdriet levenloos was geboren ook in deze overgangsfase van hun leven erbij wil horen. Zij weten onmiddellijk op welke manier zij dit kind ook nu willen eren. Kort daarna laten zij mij weten dat hun leven  weer ´klopt´! Zij kunnen hun nieuwe levensfase oppakken.

 

© Liesbeth Bauer

 

De column is eerder verschenen in het Leidsche Rijn Magazine. De namen zijn om privacyredenen gefingeerd.

Liesbeth BauerLevenswijsheid

Liefde is een werkwoord

Terugkijkend op hun relatie van dertig jaar zien Mieke en Theo in dat zij het al zo’n tien jaar met elkaar uithouden. Ze zijn vijftigers die elkaar op de middelbare school hebben ontmoet en sindsdien een koppel zijn. Ze hebben een goed leven, het ‘perfecte’ plaatje voor de buitenwereld. De binnenwereld echter ziet er sinds een paar maanden heel anders uit. Mieke is totaal onverwacht tot over haar oren verliefd geworden op een collega. Een collega die andere vragen stelde en andere dingen zei dan Theo. Er was ‘ineens’ iemand die haar elke dag liet weten hoe blij hij met haar was. Ze schaamt zich ervoor het te zeggen, maar ze heeft ervan genoten. Ze is er helemaal in meegegaan. Totdat Theo ineens ‘lastige’ vragen ging stellen. Ai, dat was linke soep! Ze wilde Theo niet kwijtraken. Na enig gedraai was het hoge woord eruit gekomen: ze was vreemd aan het gaan. Ze was bezig onaangekondigd de relatie met Theo te verlaten. Dat is een vertrouwensbreuk en dat doet pijn.

Na enig onderzoek blijkt de onderliggende boodschap te zijn dat zij zich weer gewaardeerd wil voelen. Uit niet weten hoe dat te organiseren, is ze vatbaar geworden voor iemand die waardering als het ware in haar schoot heeft geworpen. Verliefd worden is dus niet zo vreemd. De verliefde gevoelens aan een ander geven, is wel een ‘vreemde’ keuze. Mieke doet er Theo pijn mee. In plaats van haar eigen pijn, een ervaren tekort aan waardering,  kenbaar te maken, is ze Theo gaan buitensluiten.

Na een aantal sessies kunnen Mieke en Theo opgelucht ademhalen. Ze zijn deze schok te boven gekomen met hard werken voor de relatie. Ze stellen zichzelf en elkaar nieuwe en andere vragen. Ze voelen de liefde weer in hun hart voor specifiek elkaar!

 

© Liesbeth Bauer

 

De column is eerder verschenen in het Leidsche Rijn Magazine. De namen zijn om privacyredenen gefingeerd.

Liesbeth BauerLiefde is een werkwoord