Een kuil waarin opgespaarde verwijten liggen te wachten om als een vulkaan te pruttelen en uiteindelijk te ontploffen bij kleine en grote irritaties, is regelmatig de ‘bom’ onder een relatie. Verwijten zetten emoties vast, doen mensen vechten of vluchten, maken mensen hard en niet (meer) toegankelijk voor de ander. Verwijten doen pijn, altijd. Verwijten zijn boodschappers van iets niet goed doen of erger nog, niet goed zijn. Afwijzing. Om afwijzing op afstand te houden, gebruiken we verwijten die we tussen de ander en onszelf kunnen zetten. We kunnen ook onverschillig worden of de ander gaan negeren. Niets van dit alles nodigt uit om jezelf te laten zien en horen in een relatie. Koppels raken verstrikt als een van beide of beiden zijn gestopt met uit te spreken wat er in het hart gebeurt. Het hart dat ooit verliefd was en verwijten in geen velden of wegen waren te bekennen. Totdat de verliefdheid op natuurlijke wijze een beetje uitdooft. Wat dan?!? Dan is de kwetsbaarheid voelbaar die een relatie met zich meebrengt. Ik kan de ander gaan afwijzen of de ander kan mij gaan afwijzen. Om dat voor te zijn, sparen we onbewust ‘zegeltjes’. De ‘ja-maar, jij’- zinnen die klaarliggen voor gebruik. Er is bewustzijn voor nodig én lef om te gaan staan voor onze verlangens, de andere kant van verwijten. Verlangens zijn nooit fout; ze kunnen alleen niet altijd vervuld worden door onze partner. Dat is soms best lastig. Om dat te verdragen maken we er verwachtingen van, want als die niet uitkomen kunnen we er weer verwijten van maken. Enzovoort. Durf je hart te laten spreken vanuit verlangen naar de ander in plaats van iets verlangen van de ander. Het eerste hart is open, vrij en vriendelijk; het tweede hart is hard, eisend en afwijzend. Welk hart is van jou?
© Liesbeth Bauer
De column is eerder verschenen in het Leidsche Rijn Magazine. De namen zijn om privacyredenen gefingeerd.